Kunst, echt niet.

Robert Hughes liet in 1980 met zijn boek en televisieserie The shock of the new zien dat kunstenaars in de 20e eeuw steeds iets nieuws wilden maken. Iets dat nog niet eerder vertoond was. De kubistische, futuristische, abstracte, expressionistische kunst, etc. schoffeerde de smaak van de burgerij. De creativiteit van de avant-garde leidde tot onrust in de bestaande cultuur, en dat was ook de bedoeling. Alles moest anders, het oude werd voortdurend verworpen. Maar de avant-garde is uitgewerkt. Alles aan kunst dat te ontmantelen valt is ontmanteld; de figuratie, de vorm, de inhoud, het materiaal, het kader, de presentatie, de tentoonstellingsruimte. Met als symbolisch hoogtepunt de expositie van Robert Barry uit 1969 die bestond uit rondgestuurde invitatiekaarten met de tekst During the exhibtion the gallery will be closed.

Hedendaagse kunst bestaat vaak uit een mix van fotografie, video, performance, documentatie, digitale- en installatiekunst. Dat levert complexe exposities op waar veel te bekijken/lezen is, maar waar regelmatig ook weinig van te begrijpen is. Naast ergernis leidt het ook tot onverschilligheid. Schilderkunst als genre is veel minder belangrijk geworden, al is het nog populair bij verzamelaars. Er worden wel mooie en interessante schilderijen gemaakt, maar de ervaring dat je naar iets compleet nieuws kijkt is er niet meer. Het zijn veelal variaties op al bestaande methoden. Zo maakt, in navolging van Jackson Pollock, de jonge Amerikaanse Lucien Smith grote abstracte schilderijen met spetters met behulp van brandblussers gevuld met verf. Dit soort modernistische abstracties doen het goed in het Amerikaanse kunsthandelarencircuit van de nieuwe rijken waarbij jonge kunst in bulk wordt opgekocht en door snelle doorverkoop in prijs omhoog wordt gekatapulteerd. Het werk heeft een nostalgisch aura van moderniteit en prestige, en je kunt er allerlei spirituele interpretaties aan geven.

Mensen worden tegenwoordig niet meer verrast door hele nieuwe manieren van expressie, maar er wordt wel steeds meer aanstoot genomen aan beelden en woorden. Al een aantal jaar vragen studenten in Amerika om waarschuwingen (trigger warnings) op boeken met stressvolle leesinhoud. En recentelijk drongen studenten van de universiteit van Indiana in de VS aan op het verwijderen van een historische muurschildering uit 1933 waarop de geschiedenis van Indiana wordt verbeeld. Op een van de 22 panelen wordt de overwinning op de macht van de Ku Klux Klan uitgebeeld. Er staan een aantal figuren in KKK kostuum op. De KKK wordt niet verheerlijkt maar dat doet er blijkbaar niet toe. Dat de clanleden te zien zijn wordt al als discriminatie opgevat. De kritiek heeft louter betrekking op de potentie dat er iemand zich oncomfortabel zou kunnen voelen, omdat het beeld ergens raakt aan een persoonlijk dan wel groepstrauma. Dan komen we in een gebied waar gevoel heilig is geworden, zodat zelfs de geschiedenis onzichtbaar moet worden gemaakt. De schok van het oude. Of misschien nog beter; de schok van het echte.

Wat voor kunst zal er overblijven in onze toekomstige hoogtechnologische samenleving met zelflerende robots, kweekvlees en cyborgs? Robots zullen ook wel schilderijen kunnen maken; het aantal te variëren vormen, materialen en beeldthema’s (die geselecteerd zijn op niet-aanstootgevendheid) is groot. Datzelfde geldt voor poëzie en literatuur. De ontwikkelingen nemen opwindende vormen aan. Facebook heeft dit jaar een experiment met kunstmatige intelligentie stopgezet omdat de twee spraakrobots die werden ‘getraind’ in onderhandelen met mensen, met elkaar in een eigen efficiëntere taal gingen communiceren en niemand begreep wat er werd besproken. Dan spreken we over oncomfortabel taalgebruik van een andere orde. Wellicht draaien de zaken zich wel om en leren wij in de toekomst robots niet meer hoe ze moeten communiceren in onze taal maar wordt hun taal onze taal. Dat zal een taal zijn gezuiverd van geschiedenis en van onaangename associaties. Wat voor literatuur krijgen we dan? En dan is dat misschien het laatste dat nog ontmanteld moest worden inzake kunst: kunst zelf. Omdat straks àlles kunstmatig is geworden.