Teksten

Gedachten over kunst en kunstenaarschap, en dergelijke.

 

Oude losse flodders:

16 februari 2011

In een advertentie in Titter, America’s Merriest Magazine, eind jaren 40, wordt het boek The women in Hitler’s life aangeboden. Now at last is revealed the truth thas has only been hinted and rumored. Waarschijnlijk staat één belangrijke vrouw er niet in: Pippi Langkous. Jammer, want in Pippi en sterke Adolf uit 1945 wint ze van Adolf in een worstelwedstrijd. Ziezo, kereltje, nu is het genoeg voor vandaag. Het verhaal behoort tot de allereerste verhalen over Pippi Langkous.

De afbeeldingen komen uit Pippi is altijd de sterkste, stripboek (1971) met tekeningen van de allereerste (en wat mij betreft beste) Pippi-tekenaar Ingrid Vang Nyman.

15 februari 2011

Sterke, goed ontwikkelde benen zijn voor elke sport onontbeerlijk. Niet voor niets bestaat het gezegde, ‘hij staat goed op zijn benen’ en of dat nu een paard of een sportbeoefenaar betreft, ieder weet wat er mee bedoeld wordt.
Daarom wordt een training met de ijzeren schoen aanbevolen in het boekje Oefenen met gewichten door P.J.W. v.d. Graaf,geschreven halverwege de jaren zestig. In zijn voorwoord zegt hij dat hij er veertig jaar geleden al reeds op gewezen heeft dat bij elke training het oefenen met gewichten noodzakelijk is. Ik heb helaas dikwijls voor dovemansoren moeten praten. Gelukkig vindt hij flinke wandelingen maken ook erg goed voor het onderhoud van de benen. Vooral een wandeling langs zee is een niet te onderschatten lichamelijke opfrisser.
Vort!

 

14 februari 2011

Dit complete verhaaltje komt uit het beginhoofdstuk van Leer lezen in een wip, deel 1 waarin woorden met dubbele klinker worden behandeld. Het is zo te zien een boekje uit de jaren vijftig. Het verhaal geeft in een notendop weer wat er aankomt: de jaren zestig waarin we ons van alle palen losmaken waaraan we kunnen vastzitten.

 

 

 

13 februari 2011

Ik heb een puzzelboek van The Daily Telegraph uit 1955.Daarin staan fantastische omschrijvingen. Bijvoorbeeld: It is built to carry a dead weight. Er moet een woord van vier letters ingevuld worden. Ik weet niet wat het Engelse antwoord is. Maar als Nederlands antwoord geef ik: mens.

 

 

 

 

 

26 september 2010
Grijze vakantie-impressies:

Dit schilderij hangt in het Musée des Beaux Arts in La Rochelle (Frankrijk) en toont een prachtig verzonken grijs met een melancholieke toon. Het schilderij geeft me een prettig gevoel van gelatenheid. De ijle zon geeft het schilderij een sfeer van verlangen en hoop.

 

 

Hier op de foto van de Atlantische zee geen verzonken grijs maar dramatiek en schittering in de hele breedte van blauwgrijze tinten. Ik geraak altijd in een hoge staat van opwinding bij harde wind en een turbulente zee. Het gevoel dat de natuur sterker is dan de mens en ons kan wegvagen vind ik een fijn gevoel.

 

8 juni 2010

Twee geweldige muzieknummers over overspel: Patricia Paay met Who’s that lady with my man en Dolly Parton met Jolene.

Paay eist haar man op. Haar gevoel gaat heen en weer van kwaadheid naar verlangen. Zij richt zich op haar man met een dwingende, agressieve, maar ook verleidelijke stem met scherpe uithalen bovenop een stuwend hoempapa-ritme. 
Don’t do it, don’t do it
Don’t take this other lover
How could you, how could you
How could you love another?

Ze zegt dat ze hem haat en ze sneert verwijten en vertelt in een moeite door dat ze van hem houdt en dat ze vannacht van elkaar zullen zijn. Maar je weet dat ze bedoelt dat ze zijn ogen uit zijn hoofd krabt als hij het waagt haar te verlaten. Die afwisseling in aantrekken en afstoten, hoorbaar tussen fel en vloeiend zingen, maakt het tot zo’n opwindend nummer.

En dan daar tegenover Dolly Parton. Zij richt zich in Jolene op de rivale. Niet door haar aan te vallen, maar door haar schoonheid te bezingen op een weemoedige, smachtende toon. Ze weet dat ze niet tegen Jolene op kan qua schoonheid en sex-appeal maar ze doet een beroep op haar geweten.
You could have your choice of men
But I could never love again
He’s the only one for me, Jolene

En met gitaar, violen en djembé in crescendo voel je de tragiek van de vrouw die weet dat ze verloren heeft. Doordat ze zich helemaal richt op Jolene en haar naam talloze malen smachtend noemt zonder wrok of woede is het eigenlijk ook een liefdeslied voor Jolene. En dat maakt dit zo’n geweldig nummer. Een vrouw die weet dat ze heeft verloren is in staat dat te bezingen zonder kwaadheid, in een lied waarbij ze het enige dat ze in de aanbieding heeft voor haar man ook aanbiedt aan haar rivale: liefde en bewondering.

20 februari 2010

Om een foto af te drukken mag er een rood licht branden in de doka. Maar om een negatief  te ontwikkelen moet het echt helemaal donker zijn. En dus gaat tijdens een fotocursus die ik volg het licht uit, en ik ben er niet op voorbereid. Ik weet hoe de ruimte eruit ziet en dat er een deur is waardoor ik weg zou kunnen lopen, en ik weet dat er andere mensen zijn, levende wezens die ook in het donker staan en ook niets zien, maar mijn hart begint wild te slaan alsof het van binnen naar buiten op de duisternis bonst en roept ‘doe open!’ Maar de duisternis opent zich niet maar werkt zich door mijn poriën naar binnen en hangt als een zware nevel om mijn aderen en organen en duwt de zuurstof uit mijn longen. Een minuut is niet lang, ik bedenk me dat ik kan tellen, dat ik daarmee mijn paniek onder controle kan krijgen. Ik tel en ik voel hoe iedere tel, nog voor ik hem goed en wel inwendig heb uitgesproken, uit mijn hoofd gezogen wordt het zwarte gat in. Zonder licht bestaat er niets, ook ik niet. Maar ik voel toch dat ik er ben? Ik voel die paniek in mijn maag. Ja, God wist het wel toen hij zei ’en er is licht’, Hij weet waar je de mensen blij mee maakt. En plots zie ik iets. Het is een klein fluorescerend puntje op de klok hoog aan de muur. En met openhangende mond en wijd opengesperde ogen als een vogel bedelend om een worm doorsta ik de minuut die het duurt.
Bovenstaande foto heb ik gemaakt voor die cursus jaren geleden. Het is bij mij thuis, staand in een donkere kamer met de deur op een kier.

18 januari 2010

Old flames are dead matches staat op een luciferdoosje op mijn bureau. De afbeelding is van de in 1988 aan AIDS gestorven dichter en schilder David Robilliard. Ik zag in 1993 een overzichtsexpositie van zijn werk in het Stedelijk Museum Amsterdam. Zijn schilderijen zijn helder en eenvoudig van opzet. Er staan meestal een paar hoofden van jongens op in kleurige lijnen, gecombineerd met een poëtische zin in grote letters. In het luciferdoosje zitten nu 10 lucifers van verschillende kleuren: 3 met een rode kop, 3 met een gele kop, 3 met een groene kop, en 1 met een zwarte, want opgebrande, kop. Blijkbaar heb ik een keer een lucifer aangestoken. Onduidelijk is nu welke kleur die kop ooit had. Dat maakt de tekst nog treuriger dan hij is. Van deze dode lucifer weet ik niet eens meer welke vlam erachter zat.

12 januari 2010

Mooie kopergravure met een Oorlogs-brik ten anker zijn zeilen drogende. Klinkt als een roofdier in ruste.

Uit: Verzameling van vier en tachtig stuks Hollandsche Schepen geteekend en in koper gebragt door G. Groenewegen, 1789.

Het boek bevat prachtige prenten met evenzo prachtige onderschriften: Zwartewaalse gaffelaar die zijn Beug uitzeilt, of Scholschuit die zijn korde inhaalt, of een waterschip Zout water voor de Zoutkeeten halende.

 

10 januari 2010

In het boek Astronomie voor iedereen van M. Davidson uit 1957 (oorspr.1953) eindigt hoofdstuk III over De maan met de volgende woorden:

Zo is dus de maan, onze maan, de trouwe metgezel van de aarde, en als wij haar nu verlaten, hopen wij, dat menige lezer de weinige tijd zal vinden die nodig is om het meest kenmerkende van het maanlandschap te leren kennen om dan met behulp van zijn instrument vele verrukkelijke uren door te brengen met het bekijken van de maan zelf.

Ik heb nog nooit door een sterrenkijker de maan bekeken maar ik beleefde al een paar verrukkelijke minuten met het lezen van de namen van een aantal gebieden op de maan:

18 december 2009


Ik vond in mijn boekenkast het boek Nieuwe marsepeinfigurenvan Carel van Laere, uit 1955. De prachtige foto’s van handen die de modelleertechniek voordoen deden me denken aan: Toen vormde Jahweh God de mens uit kleiaarde.